• Een agent biedt hulp als er een strafbaar feit wordt gepleegd, hij is een hulpverlener.
  • Een brandweerman biedt hulp als er brand is, hij is een hulpverlener.
  • Een dokter biedt hulp bij gezondheidsproblemen, hij is een hulpverlener.
  • Een psycholoog biedt hulp bij psychische problemen, hij is een hulpverlener.
  • Een maatschappelijk werker biedt hulp bij problemen op sociaal en maatschappelijk gebied, hij is een hulpverlener.
  • Een ervaringsdeskundige biedt hulp en ondersteuning in een herstelproces, dus psychisch, sociaal en maatschappelijk, maar is geen hulpverlener?
Wat gaat er hier niet goed? Er zijn veel ervaringsdeskundigen die zichzelf geen hulpverlener vinden, termen als hoopverlener of ondersteuner worden vaak als alternatief gebruikt. Ik vraag mij weleens af waarom? Als ik mijzelf geen hulpverlener noem, terwijl ik wel hulp bied, zet ik mijzelf dan niet weg als mindere van een hulpverlener? Of het tegenovergestelde, als een betere? Ik zet mijzelf dan in ieder geval niet als gelijkwaardig neer. Toch? Als je als ervaringsdeskundige jezelf geen hulpverlener vindt en je jezelf daar dus boven of onder plaatst, is er dan geen sprake van zelf-stigmatisering? Je zet jezelf apart van de rest, je hebt het waarschijnlijk dan ook over wij en zij in plaats van over wij en ons. Natuurlijk is er een verschil tussen een ervaringsdeskundige en een verpleegkundige, net zoals er een verschil zit tussen een verpleegkundige en een psychiater. Een ervaringsdeskundige kijkt, net als elke andere discipline, op zijn eigen manier naar de cliënt en de aandoening. En zo werkt het ook, je vult elkaar aan, je bent aan het samenwerken. Als je als ervaringsdeskundige geen andere kijk op dingen zou hebben heb je ook geen meerwaarde, voeg je niks toe en maak je jezelf overbodig. Ik houd wel van een kritische kijk op dingen en er gaat in de zorg, in mijn ogen, best wel veel niet goed. Dat er kritisch naar de manier van werken wordt gekeken, juich ik dan ook alleen maar toe. Volgens mij is dat ook een van de kenmerken van een ervaringsdeskundige, kritisch kijken, opbouwende kritiek geven, de luis in de pels zijn. Maar waarom wordt er zoveel geschopt tegen het huidige systeem, mensen die in de zorg werken proberen ook alleen maar hun best te doen (de meeste dan). Net alsof ‘wij’, de ervaringsdeskundigen, het allemaal zo goed weten. Volgens de ‘agenda inzet van ervaringsdeskundigheid ‘(GGZ Nederland, 2010) wel, ik citeer: “Ervaringsdeskundigen hebben ervaringskennis over wat het betekent om psychische problemen te hebben, welke handvatten, oplossingen en strategieën wel en niet werken, welke steun belangrijk is, welke begeleiding en behandeling aansluit of herstelbevorderend is.” Dit klopt niet, tenminste niet in algemene zin. Een ervaringsdeskundige kan alleen voor zichzelf praten en kan niet aangeven wat wel of niet werkt voor een ander. Dat is ook niet hoe het werkt toch?. Want als ik eerlijk ben, ik weet ook niet hoe het moet. Ik volg mijn gevoel en probeer in samenwerking de beste weg te volgen, die van de cliënt. Ik kan daarbij ondersteunen, hoop geven, helpen om de weg te vinden, maar ik kan niet vertellen wat goed is voor de cliënt. Dat moet de cliënt zelf bepalen. Wij, iedere hulpverlener, weten wel wat er niet goed gaat, maar allemaal vanuit onze eigen ervaring. Een ervaringsdeskundige werkt vanuit zijn eigen ervaring en opgedane kennis uit de ervaringen van anderen. Elke ervaring is weer anders, er is ook veel herkenning, maar vooral veel verschil. Dus wat is goed voor wie? Ik kom cliënten tegen die erg blij zijn met hun diagnose, maar ook cliënten die deze wetenschap een belemmering vinden. Ik heb te maken met cliënten die het deelnemen aan een herstelgroep erg prettig en waardevol vinden, maar ook cliënten die er helemaal niets mee kunnen. En wat inzake de afschaffing van de separeer? Ik sprak laatst een ex cliënt die vertelde dat hij in de separeer had gezeten en dat het voor hem erg goed was geweest. Dus ja, wie ben ik om te bepalen wat goed voor iemand is. Even tussendoor, om hierover geen discussie uit te lokken, dit heeft niks te maken met het voor of tegen zijn van de afschaffing. Dus laten we nu eens ophouden te vertellen wat er allemaal niet goed is en gaan samenwerken in de zoektocht naar betere methoden. Laten we nou eens ophouden ons zelf te stigmatiseren, laten we ons zelf nou eens serieus gaan nemen, ons hulpverlener te noemen en samen met onze collega’s aan de slag gaan om ons doel te bereiken:

Een leefbare wereld voor iedereen.

Ik ben werkzaam als ervaringsdeskundige bij een FACT-team en beschouw mijzelf als hulpverlener. Ik bied hulp aan iedereen die een beroep op mij doet, niet meer of minder dan de andere teamleden dat doen!