Wanneer ik iets zie wat jij niet ziet, wie heeft er dan gelijk? We hebben het altijd over iedereen zijn eigen waarheid, maar wat als die waarheid op geen enkele manier overeenkomt. Als het om iets gaat wat voor iedereen duidelijk is, maar er ‘kleine’ nuance verschillen zijn, maakt ( bijna) niemand zich daar druk over. Of je een muur nou blauw of groen vindt vinden mensen niet zo’n probleem, maar wat als de een ‘iets’ helemaal niet ziet. Als je iemand bent die dingen ziet die anderen niet zien dan wil je daar meestal niet over praten. Dit heeft volgens mij te maken met schaamte en angst. Schaamte: “wat zullen de mensen wel niet van mij denken, ze geloven mij toch nooit”. Angst: “wat is er mis met mij, waarom zie ik dit en anderen niet?”. En laten we eerlijk zijn, als er iemand tegen je zegt dat hij iets ziet, en jij ziet het niet, dan denk je toch al vrij snel dat diegene ‘niet goed bij zijn hoofd is’. En als dit gezegd wordt tegen iemand die in de psychische zorg werkzaam is, denk ik dat er direct gedacht wordt dat ze met een psychotisch persoon te maken hebben. Op dit soort reacties zit niemand te wachten lijkt mij. De meeste mensen zijn er wel van overtuigd dat er meer is tussen hemel en aarde, alles wat onverklaarbaar is kan daar mooi in weggestopt worden. Maar zodra iemand zegt dat hij mensen ziet die overleden zijn dan wordt dat meestal op een heel andere manier verklaard. Flauwekul, aandachttrekkerij, onder invloed van drugs en meer van dat soort opmerkingen. Meestal wordt er geen serieuze aandacht aan gegeven, totdat de persoon in kwestie te maken krijgt met psychische zorg. Als je vanwege de omstandigheden bijvoorbeeld depressief wordt en in zorg gaat, je vervolgens in je onschuld ter sprake brengt dat je mensen ziet die anderen niet zien, krijg je vaak per direct antipsychotica. Terwijl ik dit schrijf besef ik mij dat dit ook niet de serieuze aandacht is die ik bedoel. Let wel, bovenstaande is zoals ik denk dat het (vaak) gaat. Ik weet van mijzelf dat ik dit vanuit mijn eigen gedachten beredeneer. Het geeft dan ook aan dat dit een beetje mijn “angst” is. Het heeft mij tegen gehouden om hier over te praten. Er zijn een aantal mensen met wie ik dit wel durf te bespreken, heel voorzichtig en steeds meer open. De mensen met wie ik dit deel reageerden dus goed, ontkenden het niet, bestreden het niet en bestempelden mij niet als “gek” of psychotisch. En ja, ik ben dus een van de mensen die meer ziet dan anderen. Ik zie mensen die overleden zijn, tijd maakt in dit geval niks uit. Het gaat om mensen die pas overleden zijn en om mensen die al lang geleden overleden zijn. Zie ik ze altijd? Nee, gelukkig niet meer. Ik heb een tijd gehad dat het overweldigend was. Met hulp van anderen ben ik nu in staat om mij af te sluiten. Dit houdt voor mij in dat ik ze niet zie, maar ik voel ze wel. Ze zijn er altijd, dat dan wel weer. Af en toe ziet iemand kans om door mijn schild heen te komen. Het gaat dan altijd om iemand die een soort van boodschap heeft, iets duidelijk wil maken. Dit gaat meestal niet op een vervelende manier. Vaak willen ze door mij in contact komen met iemand die belangrijk voor ze is geweest om nog een keer wat duidelijk te maken. Ze praten niet tegen mij, maar laten dingen zien op het moment dat het nodig is. Op het moment dat ik iemand zie weet ik niet altijd de connectie te maken, ik heb leren accepteren dat zij kennelijk weten dat ik vandaag of morgen met de juiste persoon in aanraking kom. Dus als er een verschijnt maak ik mij hier niet druk meer over, ik wacht rustig af. En zij ook. Het voelen van hun aanwezigheid is soms best wel vervelend. Het veroorzaakt een soort van druk in mijn lijf, niet pijnlijk, maar wel vervelend. Als het er teveel zijn dan merk ik dat ik daar last van krijg. Mijn energiepeil gaat enorm snel naar beneden en ik krijg het koud. Ik probeer dan altijd de ruimte te verlaten, maar dat kan niet altijd. Als ik niet weg kan probeer ik mij zoveel mogelijk op de achtergrond te houden. Na zo’n ervaring ben ik altijd moe en heb dan even tijd nodig om weer normaal te functioneren. Een psychose is een psychiatrisch toestandsbeeld waarbij de patiënt gedurende een zekere periode het contact met de werkelijkheid geheel of gedeeltelijk kwijt is.(www.wikipedia.nl). psy·cho·se (de; v; meervoud: psychosen, psychoses)1ziekelijke gemoedstoestand: angstpsychose (www.vandale.nl) Ik besef dat ik in de ogen van een aantal mensen psychotische belevingen heb, maar geloof mij, ik ben alles behalve psychotisch. Omdat ik dit ervaar, meemaak, ben ik ook altijd sceptisch wanneer mensen als psychotisch worden weggezet. Het is niet mijn bedoeling om het bestaan van psychoses te ontkennen, ik ben er wel degelijk  van overtuigd dat psychoses bestaan. Ik wil met dit verhaal alleen maar aangeven dat niet zomaar alles onder de noemer van psychose geschoven kan worden. Om goed te kunnen bepalen of het echt een psychose is kun je alleen maar in gesprek gaan met de persoon om wie het gaat. En dan moet je nog erg voorzichtig zijn, want ook iemand die zegt dode mensen te zien kan in een psychose zitten. Praten over wat de persoon meemaakt en ervaart is de enige manier om hier iets in te kunnen bepalen.