
Een dag vol strijd
Wat jij nu wilt maakt mij niks uit Want ik voel mij nu verrot Zo zie ik er misschien niet uit Maar ik voel mij echt een krot
Ik weet wel dat je om mij geeft Maar ik voel mij nu rot Het maakt niet uit wat jij nu zegt Ik weet, het klinkt erg bot
Wat ik zou willen dat je doet Wees gewoon maar stil Ga mij niet zeggen wat ik moet Dat is wat ik nu wil
Ben er maar gewoon voor mij Dat is wat ik wil Dat maakt mij een klein beetje blij Maar houdt je verder stil
Wat ik nu eigenlijk zou willen doen Is even tekeergaan tegen jou Even huilen en even gillen En daarna zeggen dat ik van je hou
Ik weet dat je het niet begrijpt Wat ik probeer te zeggen Maar geef mij ruimte en de tijd En probeer je er bij neer te leggen
Accepteer dat ik zo ben Het is niet voor altijd Vandaag is gewoon zo’n dag Een dag waarop ik strijd
Ik weet nog niet wat mijn verstand er mee gaat doen, hij heeft nog geen reactie gegeven. Hij zal het wel moeilijk vinden. Ik weet dat dit soort dagen er zijn en er ook altijd zullen zijn. Daarvoor hoef je geen waarzegger te zijn. En ik kan dat ook verdragen, accepteren. Maar op de dag zelf is die acceptatie ineens volledig verdwenen. Het enige dat ik op zo’n dag kan doen is beide hun moment gunnen. Momenten die elkaar afwisselen. Even druk bezig want dat vindt mijn verstand prettig en dan even niks, even de sombere gedachten hun gang laten gaan. Deze momenten wisselen elkaar automatisch af. Ik zie dat als een soort van compromis dat mijn verstand en mijn gevoel gesloten hebben. We houden elkaar in de gaten en als een van ons het genoeg vindt neemt die het over. Daarom vindt ik schrijven ook zo prettig. Als ik schrijf zijn beide namelijk tevreden. Ze kunnen dan ineens heel goed samenwerken. Wat op papier komt is iets waar ze beide zeggenschap over hebben en dat vinden ze alle twee goed. En ik? Als zij beide tevreden zijn over het resultaat voel ik mij als geheel weer een beetje beter.